Terug naar overzicht categorieën

Bewustzijn

Zullen we ons ooit bewustzijn van de werking van ons bewustzijn?

De uitdaging

Bewustzijn is kunnen waarnemen en erover kunnen reflecteren. We vermoeden dat dit vermogen tot reflectie aanwezig is bij verschillende diersoorten, bij de ene al meer dan de andere. Al eeuwen onderzoeken wetenschappers en filosofen wat bewustzijn is. Zo vragen ze zich af of we met een schone lei geboren worden, die we gradueel opvullen met indrukken. Of heeft onze geest al vanaf de geboorte structuren die onze ervaringen ordenen?

Door moderne technieken in het hersenonderzoek konden de psychologie en de geneeskunde de laatste decennia veel onderzoek doen naar het bewustzijn. Maar wat het precies is, blijft een raadsel. Hoe ontstaat het bewustzijn en hoe kan het worden beïnvloed? Welke afwijkingen zijn er? Welke invloed hebben externe omstandigheden zoals medicatie?

Wat we zeker weten is dat het bewustzijn het resultaat is van een complex samenspel van factoren: genetische aanleg, medicatie, drugs, opgedane ervaringen en zelfs onze darmflora. Een grondige interdisciplinaire studie van dat samenspel kan ons beter doen begrijpen hoe ons bewustzijn normaal functioneert en welke afwijkingen er zijn. Dat is onder andere belangrijk voor de geneeskunde, de psychologie, de criminologie, de moraalwetenschappen en zelfs de kunstwetenschappen. Het kan ons namelijk iets leren over hoe we kunst ervaren en hoe het komt dat sommige mensen intensere esthetische ervaringen hebben dan anderen.

Wetenschappers stellen zich een aantal interessante vragen:

Verschilt ons bewustzijn van dat van dieren? Dat is ook ethisch relevant. We hebben dieren lang als een soort nutsvoorwerp behandeld omdat hun bewustzijnsniveau lager zou zijn. Hoe zet nieuwe kennis dat idee op de helling.

Hoe verschilt onze manier van de realiteit ervaren van mens tot mens? Wat gebeurt er als we waarnemen? Daaruit kunnen we opmaken hoe en hoeveel we kunnen leren en hoe we ons gedrag en onze gedachten kunnen bijsturen op basis van nieuwe indrukken en informatie.

Zijn mensen verantwoordelijk voor hun daden? Als onze genen en hersenfuncties alles bepalen, kunnen we dan nog van een vrije wil spreken? Kunnen leerprocessen bij artificiële intelligentie ons iets leren over ons eigen functioneren.

Wetenschappelijke antwoorden op die vragen kunnen maatschappelijke vraagstukken helpen oplossen: over onze relatie tot dieren, over welke vormen van bewustzijn pathologisch zijn en welke niet, en over onze verantwoordelijkheid voor onze daden.

Hoe pakken we dit aan?

Een deel van die vragen bevindt zich vooral in het domein van de exacte wetenschappen: neurologen en psychologen kunnen de verschillende functies van de hersenen onderzoeken en nagaan hoe factoren als leerprocessen of medicatie die functies beïnvloeden. Genetici kunnen ons leren of en hoe bepaalde genen vertaald worden naar hersenfuncties. Ze kunnen bijvoorbeeld onderzoeken of bepaalde genetische varianten ertoe kunnen leiden dat iemand de werkelijkheid anders ervaart. Computerwetenschappers kunnen bewustzijn en leerprocessen proberen na te bootsen met artificiële intelligentie. Psychiaters en psychologen kunnen nadenken over welke soort bewustzijn normaal is en welke soort atypisch.

Voor veel van de vragen hebben we ook menswetenschappers nodig: sociologen en antropologen kunnen nagaan of bewustzijn in verschillende samenlevingen hetzelfde is. De filosofie en de ethiek kunnen omschrijven wat we bedoelen met concepten als bewustzijn, zelfbewustzijn, vrije wil en verantwoordelijkheid, en wat die opvattingen moreel impliceren. Kunnen we bijvoorbeeld nog mensen verantwoordelijk houden voor hun daden als ons bewustzijn helemaal gestuurd wordt door onderliggende fysiologische processen?