Terug naar overzicht categorieën

Huidig economisch model

Moeten en kunnen we economisch blijven groeien?

De uitdaging

Waarom is economische groei nodig en bestaat er een alternatief voor? Dat is een heel interessant en actueel debat. Groeipredikers stellen dat groei een onvermijdelijk en noodzakelijk gegeven is. Daartegenover staat de beweging die opkomt voor een krimpeconomie, ontgroeiing of degrowth.

Ons huidig economisch model steunt op de groei van kapitaal, winst en technologische vernieuwing. Op consumeren, niet op consuminderen. Die groei heeft echter gevolgen voor het verbruik van eindige grondstoffen en energie. Daarom zou je kunnen stellen dat binnen het kapitalisme enkel een krimp van de economie kan samengaan met een leefbaar sociaaleconomisch systeem. Zo’n krimp zou echter nadelig zijn voor de welvaart en economisch onhaalbaar. Bovendien weten we vandaag amper hoe het hele economische systeem zou reageren op een omgeving van heel lage of nulgroei.

Daarom proberen wetenschappers andere economische modellen te ontwikkelen: sociaalecologische modellen die zich richten op duurzaamheid en sociale welvaart, maar die de economie toch stabiel houden. Maar hoe moeten die modellen er dan uitzien?

Hoe pakken we dit aan?

Het streven naar economische groei beheerst nog altijd het politieke discours, zelfs in de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN of in herformuleringen als ‘inclusieve, duurzame groei’. Verschillende economen hebben voorstellen gedaan die het beleid minder afhankelijk van groei moeten maken. Recent bundelden tweehonderd internationale economen een aantal van die suggesties in een open brief aan de Europese instellingen. Ruwweg gaan de voorstellen in drie richtingen:

  1. Beperkingen opleggen op grondstoffen- en energieverbruik, lokale productie en consumptie stimuleren via incentives en verandering in consumptiegedrag aanmoedigen.

  2. De welvaart herverdelen binnen en tussen landen via community currencies of sociale munten, meer inkomens herverdelen via progressieve belastingen, een basis- of zelfs maximuminkomen introduceren en deelwerken promoten.

  3. De overgang van een materialistische naar een participatieve samenleving bevorderen, met een betere balans tussen werk en privé (downshifting), arbeidsduurvermindering en nieuwe indicatoren voor economische ontwikkeling.

  4. Zijn die voorstellen politiek en economisch haalbaar en is de overgang naar een sociaalecologisch model mogelijk? Is er een draagvlak voor? Hoe zal het dagelijks leven eruitzien? Omdat er een belangrijk verband is met ecologische vraagstukken en met de overgang naar een circulaire economie, moeten we die vragen benaderen over verschillende wetenschappen heen.