Terug naar overzicht categorieën

Wetenschap in de praktijk

Richt de wetenschap zich voldoende op de noden en vragen van de maatschappij?

De uitdaging

Nogal wat mensen vragen zich af waarom de wetenschap zich soms met schijnbaar onbelangrijke topics bezighoudt in plaats van maatschappelijk relevante kwesties te onderzoeken. Tegelijk rijst de vraag waarom de maatschappij niet meer doet met wetenschappelijke inzichten. Dat verband tussen wetenschap en maatschappij zou volgens velen aanwezig moeten zijn in de keuze van onderzoeksvragen en in de vertaling van onderzoeksresultaten naar de maatschappij. De agenda van de wetenschap wordt door sommigen achterdochtig bekeken, hoewel mensen doorgaans wel overtuigd zijn van de kwaliteit en de betrouwbaarheid van het gevoerde onderzoek. Veel mensen menen dat er al veel wetenschappelijke kennis is opgebouwd rond belangrijke sociale of economische thema’s, maar dat we die kennis te weinig gebruiken. Waarom worden wetenschappelijke inzichten niet vaker vertaald naar concrete maatschappelijke tools? Waarom gebruiken we wetenschappelijke zekerheden niet veel vaker om de keuzes van mensen te sturen.

Uit zulke vragen spreekt een duidelijke verwachting ten opzichte van onderzoekers, maar ook van het ruimere wetenschappelijke landschap, met name financieringsbronnen zoals het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek, de Europese onderzoeksraad, bedrijven, overheden en andere stakeholders. Die sturen immers het onderzoek via gerichte evaluatiemethodes of door specifieke onderzoeksvragen te bepalen waarvoor wetenschappers financiering kunnen vragen.

Hoe pakken we dit aan?

Toegepast (maatschappijgericht) en fundamenteel onderzoek zijn beide op hun manier belangrijk om op diverse vlakken vooruitgang te boeken en iets te betekenen voor de maatschappij. Het nut van toegepast onderzoek is voor de meeste mensen wel duidelijk, maar bij fundamenteel onderzoek ligt het anders. Dat wordt soms ervaren als onnodige ‘spielerei’ die veel geld kost. Het verleden leert ons echter dat de meest baanbrekende en innovatieve bevindingen vaak uit fundamenteel onderzoek voortkomen: onderzoek dat initieel werd opgestart vanuit een niet te stillen honger van wetenschappers om steeds meer te weten. Een belangrijk kenmerk van wetenschappers is hun nieuwsgierigheid en gedrevenheid om vragen te blijven stellen. De mogelijkheid om die pistes te exploreren veronderstelt een zekere vrijheid voor onderzoekers om zelf hun agenda te bepalen en om verder te kijken dan het kortetermijndenken en de vraag naar snelle resultaten die soms met het toewijzen van financiering gepaard gaan.

Dat wetenschappers zelf een onderzoeksagenda moeten kunnen bepalen betekent echter niet dat onderzoek niet relevant hoeft te zijn. Daarom moeten wetenschappers voldoende communiceren: niet alleen over hun resultaten, maar ook over hun drijfveren, hun frustraties, de processen van wetenschappelijk onderzoek ... Die communicatie moet in twee richtingen verlopen: wetenschappers en burgers moeten openstaan voor elkaars visie en bezorgdheden.