Terug naar overzicht categorieën

Biodiversiteit

Hoe beschermen we de biodiversiteit op aarde?

De uitdaging

Als we over biodiversiteit spreken, gaat het zowel over genetische diversiteit als over de verscheidenheid aan soorten en ecosystemen. Wereldwijd zouden er ruwweg 2 tot 10 miljoen soorten bestaan, waarvan er zo’n 36.000 in België werden vastgesteld. Maar nog lang niet alle soorten zijn al ontdekt of beschreven. Er worden nog regelmatig nieuwe soorten – meestal ongewervelden – aangetroffen, ook in ons land. Overigens ontstaan (speciatie) en verdwijnen (extinctie) er continu soorten.

Een grote soortendiversiteit duidt vaak op een gezond, veerkrachtig en duurzaam ecosysteem. Maar wereldwijd zijn er aanwijzingen dat de biodiversiteit de laatste decennia in een alarmerend tempo achteruitgaat. Dat heeft ook gevolgen voor de mens, want biodiversiteit levert levensnoodzakelijke voordelen, zogenaamde ecosysteemdiensten. Denk maar aan bestuiving, voedselbronnen en zelfs ontspanning. Insecten zijn een goed voorbeeld. De monitoring van insectenpopulaties in natuurgebieden in Duitsland wees recent uit dat de aantallen in 27 jaar tijd met maar liefst 75 procent zijn teruggelopen.

Over de toestand in Vlaanderen ontbreekt voorlopig elke informatie, en het is onduidelijk wat de oorzaken van de achteruitgang zijn. Wat we wel weten, is dat een sterke terugval van de insectenpopulaties een aanzienlijke impact kan hebben op het functioneren van ecosystemen en sectoren als land- en tuinbouw. Ook de afname van de biodiversiteit in de zee verdient onze aandacht, want ook daar vervult een verscheidenheid aan soorten belangrijke functies. Het lijkt erop dat beschermingsmaatregelen in naburige zeeën sommige soorten kunnen doen terugkeren en de biodiversiteit vergroten. Het is aan de wetenschap om te onderzoeken wat burgers, bedrijven en de overheid nog meer kunnen doen om dit verlies een halt toe te roepen.

Hoe pakken we dit aan?

Vlaanderen behoort tot de best geïnventariseerde regio’s ter wereld, maar dat geldt vooral voor populaire soortengroepen zoals gewervelden, dagvlinders en bepaalde planten. De kennis over het voorkomen van veel ongewervelden, eencelligen en bacteriën is veel beperkter tot nagenoeg onbestaande. Het is hoog tijd dat ook die minder geliefde soorten, die het grootste deel van de Vlaamse soortenrijkdom uitmaken, de nodige aandacht krijgen. Zolang ze niet gekend zijn, is het onmogelijk te bepalen welke rol ze spelen in ecosystemen en welke ecosysteemdiensten ze leveren.

Ten eerste is het essentieel dat we (versneld) kennis opbouwen over de soortendiversiteit, de rol van soorten en hun onderlinge interacties om te begrijpen hoe ecosystemen werken. Daarvoor moeten taxonomische experten (gespecialiseerd in het beschrijven van soorten) en biodiversiteitsonderzoekers worden opgeleid en/of ondersteund. Aan de hand van innovatieve technieken kunnen zij snel soorten opsporen en determineren. Ecologen, taxonomen, moleculaire biologen, bio-informatici en datawetenschappers kunnen samenwerken om die technieken nog te verbeteren, bijvoorbeeld identificatietechnieken op basis van DNA.

Daarnaast moeten de onderzoekers inzicht verwerven in de voorwaarden die verschillende soorten aan hun leefomgeving stellen: begroeiing of kaal landschap? Zonlicht of schaduw? Plantaardig of dierlijk voedsel? Die kennis kan een verklaring bieden voor de achteruitgang van soorten, waardoor we de trend mogelijk kunnen doen keren. En ook de effecten van beschermingsmaatregelen moeten worden bestudeerd. Ten tweede komt het erop aan om snel actie te nemen. Uiteraard zijn er processen zoals global warming die vooral internationaal kunnen worden aangepakt, maar ook lokale acties of persoonlijke initiatieven (insectenvriendelijk tuinbeheer, verminderd gebruik van pesticiden, creatie van amfibieënpoelen ...) leveren vaak snel hoopgevende resultaten op.