Terug naar overzicht categorieën

Ongewenste organismen

Wat kunnen we doen tegen ongewenste organismen?

De uitdaging

Muizen op zolder, de buxusmot in de tuin, de Japanse duizendknoop die overal woekert, virussen die ons ziek maken … Ongewenste organismen zijn niet weg te denken uit ons dagelijks leven. Land- en tuinbouwgewassen worden getroffen door ziektes veroorzaakt door schimmels, bacteriën en virussen of door insecten- of mijtenplagen. Ook ongewenste kruiden zorgen voor overlast, niet alleen in de landbouw, maar ook in steden. En beestjes als muggen en teken zijn niet alleen vervelend, ze kunnen ook ernstige infectieziektes overbrengen. Denk maar aan malaria of de ziekte van Lyme.

Door de globalisering en de klimaatverandering komen er ook steeds meer uitheemse organismen in Vlaanderen terecht, waarvan een minderheid problemen veroorzaakt. Ze hebben een impact op de biodiversiteit, de diensten van de natuur (denk aan drinkwater of bescherming tegen overstromingen), waterlopen, infrastructuur of onze gezondheid. Omdat ze hier geen natuurlijke vijanden hebben of omdat het immuunsysteem van onze planten en dieren nog niet tegen deze soorten gewapend is, kunnen ze heel wat schade aanrichten. Niet zelden verdringen exoten bovendien nuttige inheemse soorten.

Ongewenste organismen bestrijden is niet evident. Als we chemische bestrijdingsmiddelen te veel of ondoordacht gebruiken, kunnen de organismen resistentie ontwikkelen, waardoor ze steeds moeilijker weg te krijgen zijn.

Hoe pakken we dit aan?

Sinds januari 2014 zijn land- en tuinbouwers in Europa verplicht om aan geïntegreerde gewasbescherming te doen om ziektes, plagen en onkruid onder controle te houden. Plaagbestrijding met natuurlijke vijanden wordt aangemoedigd, terwijl chemische middelen enkel toegelaten zijn als het echt nodig is en er geen alternatief bestaat. De schade voor de landbouwer, de consument en het milieu moet tot een minimum beperkt worden. De ontwikkeling van een adequate aanpak vergt interdisciplinaire samenwerking, en er is nood aan onderzoek naar preventieve maatregelen en milieuvriendelijke alternatieven voor chemische bestrijdingsmiddelen. Sommige organismen zijn echter heel moeilijk te bestrijden omdat ze zich snel voortplanten en zich voortdurend aanpassen.

Ook tegen exoten biedt geïntegreerde bestrijding geen kant-en-klare oplossing, omdat deze soorten hier vaak geen natuurlijke vijanden hebben en waardplanten doorgaans extra gevoelig zijn voor deze organismen. Een doordachte aanpak bestaat uit preventie, snelle signalering en verwijdering, en pas in laatste instantie beheer. Hoe gevestigde exoten beheerd moeten worden, dat moet onderzoek uitwijzen. Essentieel daarbij is dat overheden en terreinbeheerders in Vlaanderen nauw samenwerken.

Ook bij ongediertebestrijding ligt de nadruk op preventie. Resistentie-ontwikkeling tegen biociden vormt hier een groot probleem. Niet-professionals die verdelgingsmiddelen gebruiken, zijn zich onvoldoende bewust van de gevaren van resistentie-ontwikkeling.

Ongewenste micro-organismen kunnen ook in voedingsmiddelen voorkomen en mens en dier ziek maken door de productie van schadelijke toxines. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid om te waken over de veiligheid van de voedingsmiddelen in de handel. Ze wordt daarin bijgestaan door tal van wetenschappers die analysemethoden ontwikkelen en uitvoeren om deze organismen of hun toxines op te sporen.