Terug naar overzicht categorieën

Biosfeer ontdekken

Welke geheimen zal de biosfeer nog prijsgeven?

De uitdaging

De mens koestert een fundamentele nieuwsgierigheid naar de planeet waarop hij leeft. Toch moeten we nog heel wat ontdekken. We weten meer over de oppervlakte van de maan dan over de oceaanbodem op onze eigen aarde. Er vallen ook nog heel veel soorten te ontdekken (insecten, schimmels, bacteriën …). Met name in tropische gebieden en de diepzee worden nog regelmatig nieuwe soorten gevonden die tot de verbeelding spreken, en soms een heel nieuw licht werpen op hoe het leven zich heeft aangepast aan bijzondere omstandigheden. Het nut van die ontdekkingen reikt nog verder: uit sommige soorten diepzeebacteriën en diepzeesponzen en uit bepaalde tropische planten kunnen nuttige medicinale bouwstenen gewonnen worden.

De meeste bacteriën en Archaea (oerbacteriën) zijn in diepe ondergrondse milieus te vinden, maar ook over de micro-organismen die op de stengels en bladeren van planten leven, weten we verbazingwekkend weinig. Bepaalde gedeelten van de aarde (de diepzee, regenwouden, bergketens, woestijnen …) zijn zo moeilijk bereikbaar of onherbergzaam dat ze enkel via grote expedities en met voldoende financiële middelen onderzocht kunnen worden. Het is een uitdaging om moeilijker toegankelijke regionen te ontsluiten voor de wetenschap, zodat de mens een beter beeld krijgt van de complexiteit en de grote waarde van de levensgemeenschappen op deze planeet.

Hoe pakken we dit aan?

Als Vlaanderen een vooraanstaande plaats wil innemen bij de exploratie van de nog onbekende delen van onze biosfeer, dan moeten we zorgen voor een passende prioriteit en de nodige financiële middelen. Automatisering en technologische verbeteringen laten nu al meer en geavanceerder onderzoek toe, onder meer om de genetische diversiteit in de biosfeer te ontsluiten. De zeebodem wordt onderzocht met behulp van onderwaterrobots, waarvan de laatste generatie zelfs autonoom de bodem in kaart kan brengen met akoestische en optische beeldvormingstechnieken. Door geluidsgolven uit te zenden en teruggekaatste golven te analyseren, kunnen die robots diepteprofielen van de zeebodem opstellen en zelfs structuurverschillen onder de zeebodem waarnemen. Met behulp van foto- en video-opnames kan je zo de omvang en structuur van koraalriffen onderzoeken. Samenwerking tussen ingenieurs, fysici, geologen en biologen is daarbij onontbeerlijk.

Nieuwe moleculaire technieken (zoals de analyse van al het DNA in een staal uit het milieu) kunnen een beeld geven van de (bacteriële) biodiversiteit in de diepzee en in bijzondere omgevingen zoals warmwaterbronnen. Geavanceerde verwerkingsmethodes voor de grote hoeveelheid aan gegevens uit autonome metingen van onderwaterrobots destilleren nuttige informatie over de toestand van de diepzee. Op het land kunnen we op een gelijkaardige manier onderzoek voeren: daar kan een eerste prospectie met drones plaatsvinden, waarna de meest beloftevolle gebieden geselecteerd worden voor een diepgaande inventarisatie. Naast data en stalen verzamelen is het van het grootste belang om ook observaties op het terrein te doen. Daar wordt nu vaak onvoldoende aandacht aan besteed. Het gedrag van soorten is in sommige gevallen nog boeiender dan hoe ze eruitzien.