Terug naar overzicht categorieën

Allergieën

Hoe kunnen we allergieën bestrijden en voorkomen?

De uitdaging

In het begin van de twintigste eeuw werden allergische aandoeningen nog als zeldzame ziektes beschouwd. De voorbije decennia trad een dramatische stijging op en nu is allergie de meest voorkomende chronische ziekte in Europa. Vandaag lijden meer dan 150 miljoen of 20 procent van de Europeanen aan chronische allergische ziektes, en men voorspelt dat tegen 2025 de helft van de Europese bevolking getroffen zal zijn. Ook in België komen we al dicht bij de 50 procent. We kunnen dus van een epidemie spreken.

Voor de toenemende frequentie van allergieën bestaan uiteenlopende verklaringen. Al in 1989 formuleerde David Strachan de ‘hygiënehypothese’. Die vertrekt van de vaststelling dat onze levensomstandigheden sinds de industriële revolutie enorm veranderd zijn: gezinnen werden kleiner, de kwaliteit van de woningen en sanitaire voorzieningen nam toe en grondige hygiëne werd aangemoedigd. Samen met de introductie van vaccinatiecampagnes zorgde dat ervoor dat het risico om geïnfecteerd te raken enorm verminderde de afgelopen 75 jaar.

We worden minder blootgesteld aan micro-organismen die eeuwenlang met de mens mee geëvolueerd zijn en die ons afweersysteem van tijd tot tijd stimuleerden. Gevolg: ons afweersysteem wordt onvoldoende geprikkeld en lijkt niet langer te weten wanneer een stimulus echt gevaarlijk is en wanneer niet. Daardoor reageren de ‘soldaten’ van ons afweersysteem ook op onschuldige stimuli, zoals huisstofmijt of pollen, en worden de ‘poortwachters’ (die ervoor moeten zorgen dat er geen overdreven reacties worden uitgelokt) onvoldoende getraind, waardoor afweerreacties soms uit de hand lopen. Onze westerse levensstijl, de toenemende vervuiling en de klimaatverandering leiden tot een stijgend aantal allergenen in de omgeving (stoffen die een allergie kunnen veroorzaken)en dragen op hun beurt bij tot een toename van allergieën.

Naast de impact van deze ziekte op onze productiviteit en levenskwaliteit leidt de zorg voor allergiepatiënten tot hoge maatschappelijke kosten. Het belang van verder onderzoek naar (betere) preventie en behandeling van allergische aandoeningen kan daarom niet worden overschat.

Hoe pakken we dit aan?

Om allergische aandoeningen terug te dringen zijn betere preventie en de ontwikkeling van doeltreffende geneesmiddelen noodzakelijk. Vanwege de complexiteit en diversiteit van allergieën kan dat enkel lukken als multidisciplinaire teams samenwerken. Een belangrijk element van deze uitdagende zoektocht is de verdere ontrafeling van de werking en de regeling van het immuunsysteem.

Voor een optimale preventie is het daarnaast belangrijk om te achterhalen welke risicofactoren een rol spelen bij het ontstaan van allergieën. Samenwerking tussen gespecialiseerde allergologen en bio(medische) wetenschappers enerzijds en voedings- en milieudeskundigen anderzijds is daarvoor essentieel.

Voor de behandeling van allergieën wordt veel verwacht van immuuntherapie. Het afweersysteem wordt dan ‘geherprogrammeerd’ zodat het correct reageert op allergenen. Translationeel onderzoek – dat kennis en nieuwe technologieën vertaalt naar diagnoses en behandelingen – zal de komende jaren cruciaal zijn om de blijvende toename van allergische aandoeningen een halt toe te roepen.