Terug naar overzicht categorieën

Technologie en diagnose

Hoe zal technologie bijdragen tot diagnostiek en voorspellen van ziektes?

De uitdaging

De technologische innovaties volgen elkaar in sneltempo op. Samen met de toenemende digitalisering zullen ze de medische vooruitgang en de toekomst van onze gezondheidszorg sterk beïnvloeden. Het gaat om heel diverse technologieën.

Bij nanotechnologie worden deeltjes net groter dan atomen en eenvoudige moleculen gemanipuleerd. Zo kunnen we geneesmiddelen afleveren op de plek waar ze moeten werken.

Door de vooruitgang in de micro-elektronica kunnen we mobiele en draagbare technologie gebruiken, zoals pleisters, polsbandjes en sensoren in kledij die bijvoorbeeld de hartslag of bloedsuikerspiegel meten. Dankzij die apparaatjes kunnen we op individueel niveau risicofactoren beter voorkomen.

Via 3D-scanning en 3D-printing kunnen we een knieprothese volledig personaliseren. Ook kunnen we levend materiaal printen zoals botten en kraakbeen, bioprinting heet dat. Bij artificiële intelligentie kunnen machines dankzij slimme technologieën zelf beslissingen nemen en leren uit voorbeelden. Op die manier kunnen systemen automatisch diagnoses stellen uit medische beelden. Ze kunnen vroegtijdig kanker opsporen en zelfs tumortypes herkennen. Via intelligente systemen kunnen we bovendien gepersonaliseerde behandelingen opstarten en het succes van een behandeling snel en objectief inschatten.

Door de steeds verdere digitalisering van de zorg kunnen we enorme hoeveelheden (medische) gegevens genereren en stockeren. Via big data-technieken kunnen die (on)gestructureerde data gecombineerd, geïnterpreteerd en geanalyseerd worden. Zo kunnen we bijvoorbeeld griepepidemieën in kaart brengen en linken aan de vaccinatiegraad, of de doorstroming van patiënten naar het operatiekwartier optimaliseren. Toepassingen met big data leiden tot inzichten voor de hele bevolking. Ze kunnen dus positieve implicaties hebben op het vlak van economie en gezondheidspolitiek.

Enerzijds stuwen al die technologische evoluties de gezondheidszorg vooruit. Anderzijds brengen ze een aantal bezorgdheden mee. Zo leiden ze tot een hypergespecialiseerde zorg waarin alle betrokkenen een grotere ICT-geletterdheid moeten hebben. Door grote hoeveelheden medische gegevens te registreren en uit te wisselen, lopen we het risico op schending van de privacy en datalekken. Verder introduceren we mogelijk ongelijkheid in de gezondheidszorg, waarbij hightech alleen voor de happy few mogelijk is. Ook zijn er vragen over betaalbaarheid, veiligheid en doeltreffendheid, de schrik voor jobverlies, ethische en morele vragen enzovoort.

Hoe pakken we dit aan?

Hoe ontwikkelen we deze technologische innovaties succesvol en hoe implementeren we ze best in de gezondheidszorg? Ze opleggen, de zogenaamde technologiepush, is vaak niet de geschikte manier. Beter is een geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak waarbij zorgactoren, ondernemingen, patiëntengroepen en kenniscentra samenwerken. Computers en artificiële intelligentie helpen zorgverleners, maar nemen de zorg niet over. Samenwerking tussen data-analisten en zorgverleners is essentieel. Zorgverleners buigen zich over diagnose en therapie op maat van de patiënt. Data-analisten sleutelen aan algoritmes of wiskundige formules.

De succesfactoren van technologie in de zorg? De technologie moet afgestemd zijn op de context en de behoeften of noden van de patiënt, eindgebruikers moeten de technologie accepteren en ze moeten er de toegevoegde waarde van inzien.