Terug naar overzicht categorieën

Vergrijzing

Welke uitdagingen brengt de vergrijzing met zich mee?

De uitdaging

De aarde stevent af op 10 miljard inwoners. Dat is het resultaat van verschillende ontwikkelingen op het vlak van geboortes, sterfte en migratie. Typerend is dat de bevolking in West-Europa veroudert, en in sommige landen ook daalt. Dat leidt tot uitdagingen voor de gezondheidszorg, het onderwijsbeleid, de publieke financiën en de sociale zekerheid. Over één à twee generaties zullen bevolkingskrimp en vergrijzing zich ook voordoen in niet-Westerse regio’s die nu nog worden gekenmerkt door groei en verjonging. We moeten ons dus schrap zetten voor een wereldwijde veroudering. Die trend wordt doorkruist door een andere ontwikkeling: migratiebewegingen, ruwweg van oost naar west en van zuid naar noord. Die brengen nieuwe culturele en sociale spanningen met zich mee, zowel voor de landen waaruit mensen wegtrekken als voor de gebieden waar ze heen gaan.

Hoe pakken we dit aan?

Mondiale vergrijzing stelt ons als individu en als maatschappij voor uitdagingen. Hoe we die op beleidsniveau moeten aanpakken, daar hebben we tot nu toe maar weinig ervaring mee. Om te beginnen moet het beleid goede, betrouwbare data ter beschikking hebben. Maar even noodzakelijk is wetenschappelijke duiding. Om beide zaken te realiseren is een aanpak nodig die verschillende disciplines betrekt en diverse methodes toepast. Alle gedrags- en maatschappijwetenschappen kunnen en moeten informatie en inzichten leveren. Veroudering heeft voor de hand liggende medische implicaties: meer mensen zijn (langdurige) ziek, de gezondheidszorg staat onder druk ... Maar daarnaast beïnvloedt de vergrijzing ook sociale aspecten (zoals andere verhoudingen tussen ouders en kinderen, en tussen kinderen onderling) en zet ze druk op de sociale zekerheid (denk aan de pensioenen).

Goed onderzoek over mondiale vergrijzing moet een forum bieden aan alle partijen: jongeren en ouderen, ‘gewone’ burgers en beleidsmakers. Maar er is ook altijd kritische feedback en distantie nodig. Daarom moet de gedragswetenschappelijke benadering aangevuld en vervolledigd worden met een benadering vanuit de geesteswetenschappen en cultuurwetenschappen. Die kunnen zich bijvoorbeeld richten op de vraag ‘Wat is menswaardig leven?’ of ‘Hoe moeten we omgaan met culturele verschillen rond veroudering?’