Terug naar overzicht categorieën

Natuurrampen

Hoe kunnen we natuurrampen voorkomen?

De uitdaging

Een natuurramp ontstaat uit een explosieve mix van drie elementen: een mogelijk levensbedreigend natuurfenomeen, en een grote groep mensen die én aan dat natuurfenomeen worden blootgesteld, én kwetsbaar zijn voor dat fenomeen. Denk bijvoorbeeld aan de orkaan Katrina, die in 2005 over de Amerikaanse stad New Orleans raasde. Omdat men niet geïnvesteerd had in dijken of andere preventieve maatregelen, waren de stad en haar inwoners zeer kwetsbaar. Zo kon Katrina uitgroeien tot een natuurramp.

Alles wijst erop dat we in de toekomst meer en meer geconfronteerd zullen worden met natuurfenomenen die zich kunnen ontwikkelen tot natuurrampen. De wereldbevolking neemt toe, dus er zijn steeds meer mensen die kunnen worden blootgesteld aan bedreigende natuurfenomenen. Bovendien leven steeds meer mensen in grote steden. Dat betekent dat de blootstelling geconcentreerd is. Vooral in ontwikkelingslanden zijn veel mensen extreem kwetsbaar voor natuurgeweld. Zulke landen hebben immers niet voldoende middelen om te investeren in maatregelen om zich te beschermen tegen het natuurgeweld. Maar mensen in ontwikkelingslanden zitten doorgaans ook met andere zorgen dan de volgende aardbeving of orkaan.

We zien nu al in de statistieken dat het aantal natuurrampen toeneemt, vooral meteorologische rampen, zoals orkanen en overstromingen. Het goede nieuws is dat het aantal slachtoffers die stijgende trend minder volgt. We blijken mensen dus steeds beter te beschermen tegen natuurgeweld. Daar staat tegenover dat in onze hoogtechnologische wereld het economische kostenplaatje van een natuurramp snel oploopt. Zeker met het oog op de klimaatverandering vormt het risicobeheer van natuurrampen een van de grote uitdagingen van onze tijd.

Hoe pakken we dit aan?

Al te vaak zijn we ervan uitgegaan dat we enkel met wetenschappelijke en technologische ingrepen de maatschappij voor natuurrampen kunnen behoeden. Die aanpak botst echter meer en meer op zijn grenzen. Er dringt zich een interdisciplinaire aanpak op, waarbij we natuurrampen integraal en geïntegreerd benaderen. Aspecten zoals risicogeletterdheid (de kennis en vaardigheden verwerven om om te gaan met de risico’s verbonden aan natuurfenomenen) en bewustmaking verdienen evenveel aandacht als de technologische aspecten van risicobeheer. Ook alle relevante betrokken beleidsdomeinen en actoren moeten op elkaar afgestemd worden, want uiteindelijk lukt het niet om een gemeenschap te behoeden voor natuurrampen zonder de actieve participatie van die gemeenschap. Meer dan ooit moeten we bruggen slaan tussen de natuurwetenschappen, de toegepaste wetenschappen en de humane wetenschappen om tot een effectief risicobeheer te komen dat ervoor zorgt dat een gemeenschap voorbereid is om de impact van natuurrampen zo beperkt mogelijk te houden.