Terug naar overzicht categorieën

Gezinsvormen

Hoe zien gezinnen en relaties van de toekomst eruit?

De uitdaging

Een traditioneel gezin bestaat bij ons uit een gehuwd, samenwonend, heteroseksueel koppel met hun biologische kinderen (al zijn er altijd al gezinnen geweest die niet in dat plaatje passen). Maar dat klassieke model is vandaag de dag minder en minder van toepassing. Het concept ‘gezin’ heeft de laatste decennia een ware metamorfose ondergaan. Maatschappelijke veranderingen – vrouwen die beginnen te werken, betrouwbare en beschikbare anticonceptie, goede gezondheidszorg, democratisering van het onderwijs – brachten een langer, onafhankelijker en beter leven. En logischerwijs een andere manier van samenleven. Trouwen of niet, met of zonder samenlevingscontract, met iemand van het andere geslacht of niet, levenslang bij elkaar blijven of niet, samen kinderen krijgen of niet … Al die mogelijkheden zijn in onze maatschappij steeds meer aanvaard. Ze zijn ook juridisch verankerd met onder meer de wet op adoptie, het homohuwelijk en de schuldloze echtscheiding. Ook de relaties tussen gezins- en familieleden zijn complexer geworden. Dat stelt partners, ouders en hun kinderen voor nieuwe uitdagingen.

De vraag die zich vandaag stelt is: hoe zien relaties en gezinnen er over enkele decennia uit? Hoe gaan we daar maatschappelijk en juridisch mee om? En hoe gelukkig voelen ouders en kinderen zich in nieuwe samenlevingsvormen als co-ouderschap, meervoudig ouderschap, stiefkinderen, sociale ouders versus biologische ouders, transgenders, het homohuwelijk enzovoort?

We proberen zicht te krijgen op hoe ouders en kinderen dag in dag uit vorm geven aan hun gezin in alle mogelijke vormen en structuren. Op basis daarvan kunnen de samenleving en beleidsmakers, de gezinspolitiek en het sociale beleid afgestemd worden op de nieuwe noden. Dat vraagt niet alleen sociologisch, psychologisch of pedagogisch onderzoek, maar ook reflectie op wijsgerig-ethisch vlak. Ook een historisch perspectief kan zinvol zijn om kritisch te kijken naar het klassieke kerngezin en de huidige gezinsvormen.

Hoe pakken we dit aan?

Om een antwoord te vinden op al die uitdagingen, moeten verschillende gedrags- en maatschappijwetenschappen samenwerken. Via fundamenteel en toegepast onderzoek moeten alle disciplines informatie en inzichten aanleveren. De beste resultaten komen er als alle betrokkenen meewerken aan het opzetten, invullen en uitvoeren van het onderzoek: burgers, kinderen, ouders, beleidsmakers … We spreken dan over een ‘participatief design’. Om kritisch na te denken over de onderzoeksresultaten en de ‘juiste’ maatschappelijke keuzes te kunnen maken, is een wijsgerig-ethisch en historisch referentiekader nodig. Dat kunnen de geesteswetenschappen bieden.