Terug naar overzicht categorieën

Opvoeden

Hoe voeden we in de toekomst onze kinderen op?

De uitdaging

Recente ontwikkelingen in de samenleving (meer verschillende gezinsvormen, toegenomen digitalisering …) stellen opvoeders voor nieuwe uitdagingen. Vroeger gaven ouders hun opvoeding vorm aan de hand van de geldende waarden en normen, maar tegenwoordig is er niet langer sprake van één referentiekader en moeten ouders vaak zelf keuzes maken: Welke waarden en normen zullen we aan onze kinderen doorgeven? Geven we hen de vrijheid om hun eigen keuzes te maken, of houden we het been stijf als het over bepaalde onderwerpen gaat? Willen we heel strikt zijn of laten we onze kinderen hun eigen weg gaan? Daarnaast worden ouders door omstandigheden (bijvoorbeeld echtscheiding) tot bepaalde keuzes gedwongen, zoals co-ouderschap. Dat alles maakt opvoeden minder evident en roept heel wat vragen op. Welke kansen en bedreigingen brengen nieuwe ontwikkelingen in technologie en samenleven met zich mee? En hoe kunnen we vorm geven aan de opvoeding van onze kinderen in een veranderde en snel veranderende samenleving?

Hoe pakken we dit aan?

Om op die vragen een antwoord te vinden, moet de wetenschap verschillende stappen zetten. Eerst moeten we onderzoeken hoe aspecten van een verander(en)de samenleving het opvoeden beïnvloeden. Wat is de impact op de manier waarop kinderen opgevoed worden en op hoe ze zich ontwikkelen van bijvoorbeeld digitalisering – sociale media, massale beschikbaarheid van games, vrije toegang tot het internet (inclusief geweld en porno), fenomenen als cyberpesten? En wat is de impact van verander(en)de samenlevingsverbanden – meer echtscheidingen, diverse gezinsvormen? Ouders worstelen ook met de vraag hoe ze hun kinderen het best opvoeden. En de samenleving vraagt zich af welke (minimale) inspanningen we van ouders mogen verwachten. Ook daar moet de wetenschap zich over buigen. Pedagogen moeten samen met sociale wetenschappers en psychologen (en soms met ICT-experts) de hedendaagse uitdagingen in kaart brengen. In samenspraak met filosofen en ethici zullen pedagogen, psychologen en sociale wetenschappers vervolgens een kader moeten tekenen om te reflecteren over wat in opvoeding wenselijk geacht mag en moet worden. Omdat onze samenleving gekenmerkt wordt door een scala aan waardekaders en ideologieën, komt het er niet zozeer op aan om dat kader in te vullen, maar wel om kritische vragen op te roepen die opvoeders helpen om de juiste keuzes te maken voor zichzelf en voor hun kinderen. Het lijkt verstandig om bij dit onderzoek onder meer ook ouders, jongerenverenigingen en experts in kinderrechten te betrekken.